Die twee partijen zijn betrokken bij afspraken over een ‘zachte landing’ voor de ongeveer 120 werknemers van het Rotterdam Port Services, het restant van de voormalige arbeidspool SHB. Het ‘uitzendbureau’ verkeerde al geruime tijd in problemen, vooral als gevolg van de achterblijvende containeroverslag in de Rotterdamse haven.

Zoals bekend heeft Havenbedrijf Rotterdam een forse bijdrage – naar schatting 4,5 miljoen euro – toegezegd voor een afvloeiingsregeling, gecombineerd met een gedeeltelijke doorstart. Ook RPS-eigenaar Hans Vervat zou daar ongeveer een miljoen euro aan bijdragen door een vordering van die grootte in het bedrijf te laten zitten.

‘Dat scenario kan nu in gang gezet worden’, zegt Poppe. FNV-bestuurder Niek Stam is voorzichtiger: ‘We zullen nu eerst aan tafel moeten met de bewindvoerder en ons plan onder de aandacht brengen’. Dat behelst volgens hem ‘voor iedereen een oplossing’. RPS, de bonden en het Havenbedrijf maakten die afspraken afgelopen zomer in het kader van een sociaal akkoord voor de containersector.

Volgens het toen overeengekomen scenario zouden ongeveer zeventig werknemers aan de slag kunnen blijven bij twee nog op te zetten pools. Ongeveer dertig oudere havenwerkers zouden in deeltijd kunnen gaan werken volgens de zogenoemde Senioren Haven Fitregeling. Veertig werknemers die na 1960 zijn geboren, zouden aan de slag kunnen bij een nieuw inleenbedrijf, dat het werk gaat overnemen dat RPS nu nog uitvoert.

Van de resterende groep gaat het grootste deel de komende maanden met pensioen of komt in de WW. Zij krijgen tot aan hun pensionering een aanvulling tot 100% op hun uitkering. Tenslotte maakt een kleine groep gebruik van een vertrekpremieregeling en stappen enkele werknemers over naar andere havenbedrijven, waaronder SCA en P&O Ferries.

Het Havenbedrijf sprak eerder van een ‘unieke regeling’. Volgens de havenbeheerder is de miljoenenbijdrage ‘te verdedigen’ omdat RPS en voorganger SHB door de havengemeenschap in de loop der jaren zijn gebruikt zijn om de sociale problematiek als gevolg van de teloorgang van de stukgoedsector op te lossen.