In het kort:
- De ILT controleert slechts 1,5% van het aantal door chauffeurs gewerkte dagen, terwijl 3% verplicht is
- In twee jaar tijd ging de inspectie voor een bedrijfscontrole langs bij 238 transportondernemers
- In coronajaar 2020 was Nederland een van de weinige landen die niet meedeed aan internationale acties
In totaal zette de ILT in de periode 2019-2020 26.166 chauffeurs langs de kant van de weg voor een controle. Via bedrijfsbezoeken werden nog eens 4.358 chauffeurs gecontroleerd bij in totaal 238 ondernemingen. Ter vergelijking: Nederland telt ongeveer 15.000 bedrijven met een transportvergunning.
Daarmee blijft de Nederlandse inspectie ver achter bij wat in Europees verband is afgesproken. Elke EU-lidstaat moet van Brussel ten minste 3% van het aantal door een chauffeur gewerkte dagen controles uitvoeren. Nederland is met een inspectiedruk van 1,5% ver verwijderd van die drempel. Er is bovendien geen verbetering zichtbaar ten opzichte van de periode 2017-2018, toen het aantal gecontroleerde chauffeursdagen ook op 1,5% uitkwam.
Convenanten
Nederland heeft aan de Europese Commissie laten weten dat de cijfers niet het juiste beeld geven. In de verslagperiode werkte de ILT nog met de zogenoemde convenantenaanpak, waarbij met bedrijven afspraken worden gemaakt voor betere naleving van de rij- en rusttijden als alternatief voor controles. Door dit ‘toezicht op basis van vertrouwen’ werd volgens de inspectiedienst indirect al een flink aantal extra gewerkte chauffeursdagen gecontroleerd.
Europese regels schrijven verder voor dat minstens de helft van het aantal controles plaats moet vinden op locatie bij bedrijven. Het aantal Nederlandse inspecteurs dat bij transportondernemers langs gaat ligt echter veel lager. Van de ILT-controles vond 86% plaats langs de kant van de weg. Daarbij ging het in 39% van de gevallen om inspecties van Nederlandse voertuigen.
Naast Nederland krijgen ook Griekenland, Hongarije, Ierland, Luxemburg en Malta een standje van de Europese Commissie, waarbij de Maltezen het met 0,2% het slechtst doen. Gemiddeld ligt de inspectiedruk in de EU op 4,5%. Dat is hoger dan volgens EU-regels verplicht is, maar lager dan in vorige rapportageperioden (5,4% in 2017-2018 en 6,3% in 2015- 2016).
200 inspecteurs
Uit een toelichting op de rapportage blijkt dat bij de ILT-controles 200 inspecteurs betrokken zijn, hetzelfde aantal als in de vorige rapportageperiode. De handhavingscapaciteit ligt daarmee fors lager dan in de landen om ons heen. Zo hebben de Belgische diensten de beschikking over meer dan 3.800 inspecteurs. In Duitsland zijn dat er ruim 15.600 en in Frankrijk gaat het om 5.500 handhavers.
Geregeld vinden controles ook in internationaal verband plaats. Onder meer Roadpol organiseert grootschalige acties, waarbij meerdere landen betrokken zijn. Opvallend genoeg deed Nederland in 2020 aan geen enkele van deze acties mee, ondanks uitnodigingen daartoe vanuit het buitenland. Ook werd er geen kennis uitgewisseld met andere landen. In pre-coronajaar 2019 deed Nederland nog wel mee aan Roadpol-acties, hoewel het ministerie aan de Europese Commissie geen nadere cijfers heeft verstrekt over het aantal acties.
Digitale controles
De ILT zet sinds vorig jaar vol in op de zogenoemde digitale inspecties. Eerder liet de dienst aan NT weten dat de handhaving daardoor inmiddels op niveau zou zijn. Belanghebbenden zetten echter grote vraagtekens bij deze nieuwe manier van controleren. Digitale inspecties zijn vrijwillig en leiden niet tot sancties.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?