Een schril contrast met het wegvervoer. Met behulp van de AanZET-subsidie worden er jaarlijks honderden voornamelijk batterij-elektrische vrachtauto’s aan het wagenpark toegevoegd. Het aantal emissievrije binnenvaartschepen is tegelijkertijd op de vingers van een hand te tellen.
In de zeevaart worden het schip en de motor tegelijk afgeschreven en vervangen. In de binnenvaart is daarentegen motorvervanging gebruikelijk. De omvang van het schip en de lange levensduur werkt in de energietransitie nu juist in het nadeel van de binnenvaart. Vervangen van motoren door een batterij-elektrische of waterstofvariant vraagt immers om grote investeringen. Voor de veelal kleine ondernemingen zijn die kosten moeilijk te dragen. Daarnaast is het vaak een uitdaging om deze aandrijving in een bestaand schip te installeren. Gelijke tred houden met het wegvervoer is daardoor lastig. Zo lijkt de zegen van de binnenvaart te veranderen in een vloek.
Om dat te voorkomen, zouden we als maatschappij scheepseigenaren in de binnenvaart meer kunnen ondersteunen in de energietransitie. Dit jaar wordt acht miljoen euro door de overheid beschikbaar gesteld voor schonere (stage V- of elektro-, maar geen zero-emissie-) motoren. Daarmee kan eenzelfde aandeel van de vloot verschoond worden als met de AanZET-subsidie op de weg (wel zero-emissie).
Kunnen we de subsidie voor de binnenvaart niet ophogen voor zero-emissie-motoren? Een verhoging die recht zou doen aan de hogere kosten én het hogere volume dat vervoerd kan worden met een schip. Lijkt mij een goede manier om de binnenvaart een zegen te laten blijven en om straks te genieten van het zicht op geruisloos voorbij glijdende schepen over de rivieren en kanalen.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?