Rodolphe Saadé, ceo van CMA CGM, kenschetst de resultaten wel als ‘solide’: ze tonen volgens hem aan dat zijn bedrijf de laatste tijd de juiste strategie heeft gekozen door naast de containerscheepvaart ook de logistiek in bredere zin en terminals te ontwikkelen tot hoofdactiviteiten.
Terwijl de omzet van het Franse bedrijf uit de scheepvaartactiviteiten halveerde, van 15,7 miljard naar 7,6 miljard dollar, liep de omzet van de logistieke activiteiten terug met 15%, van 4,3 miljard naar 3,7 miljard dollar. Bij de ebitda, de operationele winst, was het verschil tussen de rederij- en de logistieke activiteiten nog zichtbaarder: bij de scheepvaarttak liep die terug met 82%, bij de logistiek met 3%.
Stabiliteit
‘De stabiliteit van de logistieke sector weerspiegelt in een tijd van afnemende handel enerzijds de vertraging op de vrachtmarkten en anderzijds de versterking van het dienstenaanbod en de veerkracht van bepaalde activiteiten’, zo stelt Saadé. De contractlogistiek wist zich, met name in Europa, staande te houden, aldus de topman. Met de logistiek voor de autobranche, een markt die tijdens de pandemie juist kwakkelde, ging het volgens hem zelfs ronduit goed. Die ‘supply chains keren terug naar het oude normaal’, een wenselijk oud normaal dus in dit geval.
De overige activiteiten – de eigen vrachtterminals en de eigen luchtvaartmaatschappij CMA CGM Air Cargo – zorgden voor gemengde gevoelens. Anders dan in de scheepvaart en in de logistiek kon er bij deze poot van het bedrijf een stijging van de omzet worden genoteerd, met 5,3%. Maar een vrolijk stemmend resultaat leverde dat niet op: de ebitda van deze activiteiten ging met 58% omlaag. In de havens werd minder verdiend aan opslagactiviteiten in vergelijking met de coronaperiode, toen er veel congestie was, en in de luchtvaart verminderde de marktvraag terwijl de capaciteit juist groeide.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?