‘Wat herinnert u zich van het ongeval?’, wilde de rechter weten van M., die tijdens de zitting steeds korte antwoorden geeft. ‘Ik heb een klap gehoord en daarna weet ik het niet meer. Er kwamen herinneringen uit het jaar ervoor naar boven. In 2020 heb ik geprobeerd te remmen, maar dat was toen niet genoeg.’

M. bracht die dag een container geladen met meer dan 10 ton zirkonium van Amsterdam naar Rotterdam. Het OM verdenkt de chauffeur uit Melissant ervan dat hij De Korte aanreed nadat hij een stopteken van de agent had gekregen. Hij zou de agent met 45 kilometer per uur hebben aangereden en hem ‘honderden meters hebben meegesleurd’. Concreet heeft hij De Korte ‘opzettelijk en met voorbedachte rade van het leven beroofd’, aldus het OM. M. wordt er bovendien van verwacht dat hij de plaats van het ongeval heeft verlaten na het ongeluk.

De verdachte chauffeur verklaarde op de zitting dat motoragent De Korte vlak voor hem kwam rijden op een uitvoegstrook om rechtsaf te slaan. In een poging hem te ontwijken besloot M. toch rechtdoor te rijden, waarna het noodlottige ongeval plaatsvond.

Geheugenverlies

Uit de tachograafgegevens blijkt dat M. 45 tot 50 kilometer per uur reed. Getuigen hebben verklaard dat ze de vrachtwagen voor de aanrijding gas hoorden geven en opschakelen.

M. zegt zich niets meer te herinneren van de periode direct na het ongeluk. Pas vanaf het moment dat hij is aangehouden en in een politiebusje zit, kan hij de gebeurtenissen terughalen, zegt hij.

Uit het dossier blijkt echter dat hij zijn vrachtwagen nog heeft geïnspecteerd, mogelijk om schade vast te stellen. Ook heeft hij de container nog gewoon afgeleverd op de plaats van bestemming, waarna hij op de terugweg zelfs weer langs de plek van het ongeval kwam, waar de politie op dat moment bezig was met de nasleep. Ook heeft M. na thuiskomst drie keer gebeld met zijn broer, maar de broer wil niet zeggen waar dat over ging.

Eerdere incidenten

M. had eind november zijn rijbewijs terug na een vorig ongeval. M was eerder betrokken bij ongevallen 2015 en 2020. Bij het eerste incident was ook een motoragent het slachtoffer, die raakte door de aanrijding zijn arm kwijt.

In juni is hij weer begonnen met het aannemen van opdrachten, zeventien dagen voor het ongeval. Hoe was dat om weer te beginnen?, wilde de rechter van hem weten. Hoewel het rijden volgens M. goed ging, vond hij het niet leuk meer om op de truck te zitten. Hij had daarom plannen om werk te zoeken in de autoschadebranche, maar zijn broer vroeg hem vanwege financiële problemen om te blijven werken in het familiebedrijf. M. vond het wel verantwoord om te rijden, zo antwoordt hij op een vraag van de rechter. Of hij heeft overwogen hulp te zoeken? ‘Ik zou niet weten waarom.’

De zaak dient maandag en dinsdag bij de rechtbank in Rotterdam onder grote belangstelling van publiek en media. Omdat de publieke tribune bovenin de zaal maandagochtend vol zat, is er een extra ruimte ingericht waar belangstellenden de zitting kunnen volgen. Later volgen nog een aantal verklaringen van nabestaanden en het requisitoir van het OM. Ook komen er deskundigen aan het woord.