Hoe ben je in de maritieme advocatuur terechtgekomen?
Op mijn achttiende ben ik bij de marine gegaan, daar heb ik de officiersopleiding gevolgd aan het Koninklijk Instituut voor de Marine en ben ik officier geworden. Ik stond op de brug als wachtsofficier, dat heb ik een kleine twaalf jaar gedaan. Dus ik kom uit het varend beroep, ik heb zelf op schepen gewerkt.
Later ben ik in deeltijd rechten gaan studeren. Ik volgde de opleiding om rechter of officier van justitie te worden en binnen die opleiding moest ik een jaar een zogenoemde buitenstage lopen. Dat heb ik gedaan bij een maritiem advocatenkantoor in Rotterdam. Daar ben ik gegrepen door het vak. Want voor mij komen daar twee dingen samen: mijn passie voor scheepvaart en voor het juridische vak.
Na enige tijd als rechter bij de maritieme kamer van de rechtbank Rotterdam, heb ik de wat ongebruikelijke overstap gemaakt naar de maritieme advocatuur. Het beroep van advocaat is een stuk dynamischer dan dat van rechter. Als maritiem advocaat zit je midden in de actie. Het is hollen of stilstaan. Ik vind het leuk om naast de soms ingewikkelde juridische puzzel met praktische dingen bezig te zijn, mensen te ontmoeten en problemen op te lossen. De ene dag zit ik op kantoor, de andere dag sta ik aan boord van een schip of op een scheepswerf.
Hoe ziet de praktijk van een maritieme advocaat eruit?
In de breedste zin houd ik me bezig met van alles wat met schepen te maken heeft, dat is de rode draad in mijn werk. Daarbinnen houd ik me bezig met wat we ‘Maritime Casualties’ noemen. Dat zijn aanvaringen, schepen die aan de grond raken, wrakopruiming en hulpverlening. Maar het gaat bijvoorbeeld ook om verontreiniging vanaf schepen, een lading die van een schip valt en ongevallen op haventerreinen. Verder spelen er zaken als beslaglegging op schepen, vorderingen die onbetaald blijven en scheepveilingen.
Een ander stuk van mijn werk is minder hectisch. Dat is bijvoorbeeld het opstellen van scheepsbouwcontracten, bevrachtingsovereenkomsten of ondersteuning van de bredere dienstverlening binnen de maritieme sector.
En als oud-rechter en raadsheer-plaatsvervanger durf ik mezelf een procesrecht specialist te noemen. Hiermee hoop ik kantoorbreed te kunnen bijdragen om de andere advocaten te ondersteunen bij allerlei procesrechtelijke vragen.
Welke zaak is je het meeste bijgebleven?
Een zaak die mij enorm is bijgebleven, is de aanvaring tussen de Baltic Ace en de Corvus J. op 5 december 2012. Daarbij kwamen elf mensen om het leven. Dat vergeet ik nooit meer. De ochtend na het ongeval zat ik om tafel met de kapitein van het schip die elf bemanningsleden was verloren en mij vertelde wat er allemaal gebeurd was. We moesten duikers van de marine instrueren om te kijken of ze nog mensen konden vinden in het scheepswrak. Dan moet je echt nadenken en mensen helpen om dingen praktisch op te lossen. Hoe worden bemanningsleden na zo’n aanvaring gerepatrieerd en hoe informeer je nabestaanden? Dat is soms ook je werk als advocaat.
En tegelijkertijd was het een heel ingewikkelde juridische puzzel. Met veel betrokken partijen en procedures in meerdere landen. Dat maakte het een heel interessante zaak.
Waarom heb je voor Ten Holter Noordam advocaten gekozen?
Ik kan hier gaan doen waar ik goed in ben en dat is maritiem recht. Ik ga verder met mijn ongevallenpraktijk, mijn contractenwerk. Daarnaast ga ik ook duidelijk de samenwerking zoeken met de andere praktijkgroepen, om de cliënten die THNa nu al heeft op het gebied van onder andere arbeidsrecht, ondernemingsrecht en omgevingsrecht ook mijn expertise te kunnen bieden binnen de marktgroep Haven en Handel. Ik breng iets nieuws naar het kantoor, dat we de natte praktijk noemen, dat zijn de ongevallen en aanvaringen. Noordam is een oude bekende naam in de maritieme praktijk, die willen we graag voortzetten en uitbreiden.
Ik geloof heel erg in de specialisatie, maar ook in de samenwerking tussen diverse specialisten, zoals bij THNa binnen de marktgroep Haven en Handel. Cliënten zitten met veel vragen en weten niet altijd welke specialist ze daar precies voor nodig hebben. Ze willen een advocaat die ze vertrouwen en die het bedrijf kent. Dan is het heel fijn als wij als advocaten weten wat ze nodig hebben. Cliënten vinden het fijn als je met ze meedenkt over hoe ze dingen beter en handiger kunnen doen, en dat ze van tevoren weten wat dat gaat kosten.
Daarnaast vind ik het heel prettig om bij een middelgroot kantoor te werken. Je hebt genoeg mensen om grotere zaken aan te pakken, en om met diverse specialisten aan een zaak te werken en om overleg te zoeken waar nodig. Maar je bent flexibel genoeg om de cliënt maatwerk te bieden, ook op het gebied van kosten, zonder een grote, logge kantoororganisatie die in stand moet worden gehouden.
Dit verhaal is aan u verteld door: Ten Holter Noordam
BRAND STORIES
Bedrijven en organisaties in de logistiek zitten vol inspirerende en informatieve verhalen. In Brand Stories worden deze door hen rechtstreeks aan u verteld.
