De vrij bondige wet zegt dat in Belgische zeehavens alleen erkende havenarbeiders havenarbeid mogen uitvoeren. Hij was al langer een doorn in de ogen van een aantal ondernemers, vooral die van Fernand Huts, de baas van Katoen Natie. Ze trokken daarom naar de Europese Commissie. Die had het ook moeilijk met het nogal corporatistische karakter van de wet, dat is strijd was met de regel van de Europese vrije markt.

In 2014 stuurde de Europese Commissie een aanmaningsbrief aan België, met de melding dat de Belgische regeling voor havenarbeid in strijd was met de vrijheid van vestiging. Daarom paste België de wet in 2016 aan, via een Koninklijk Besluit (KB). Het is dit KB dat de Raad van State nu heeft vernietigd. De oorspronkelijke wettekst blijft wel van kracht.

De Europese Commissie zette indertijd na het verschijnen van het KB haar procedures tegen België stop, maar onder meer Katoen Natie vond de aanpassing uit niet ver genoeg gaan. Binnen de nieuwe wet zou ze geen havenarbeiders uit andere lidstaten dan België in dienst kunnen nemen om in Belgische havengebieden te werken. Daarom trok Huts naar de rechtbanken.

Van Luxemburg naar Brussel

Het Europees Hof in Luxemburg volgde zijn argumentatie, maar herinnerde er tegelijkertijd aan dat zo’n beperking kan worden gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang, zoals het waarborgen van de veiligheid in de havengebieden en het voorkomen van arbeidsongevallen. Het liet het aan de bevoegde Belgische rechtbanken, de Raad van State en het Grondwettelijk Hof, over om op basis hiervan uitspraken te doen.

De Raad van State besluit nu dat de erkenningsprocedure onvoldoende waarborgen voor onpartijdigheid biedt. In de praktijk is dit een kritiek op de samenstelling van de erkenningscommissie, die uitsluitend bestaat uit vertegenwoordigers van de havenbedrijven en van de vakbonden. Maar in november vorig jaar stelde het Grondwettelijk Hof dat de wet Major niet tegen de Grondwet indruist.

De Raad van State heeft het wel moeilijk met het corporatistische karakter van de wet. Die wet maakt bijvoorbeeld een onderscheid tussen tijdelijk en voor onbepaalde tijd erkende havenarbeiders. Ze merkt op dat (veilige) werkomstandigheden voor alle havenarbeiders dezelfde zijn.

Werk voor minister

Door de vernietiging van het KB uit 2016 komt de Belgische regering, meer bepaald minister voor Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) aan zet. Die moet een nieuwe tekst uitwerken. De vakbonden stuurden al een bericht naar hun leden dat niet aan het statuut van havenarbeider of aan de bestaande erkenningen wordt geraakt, maar alleen aan de ‘erkenningsmodaliteiten’.

Dermagne liet al weten dat hij in overleg gaat met de sociale partners. Het is net de dominante rol van die sociale partners die bij de rechtbanken gevoelig ligt. Door de vernietiging van het KB vervallen wel alle andere klachten dan deze van Katoen Natie, aangezien het KB nu juridisch niet meer bestaat.

Port of Antwerp-Bruges

Port of Antwerp-Bruges zegt de uitspraak te bestuderen en hierover in gesprek te gaan met alle betrokken partijen. ‘Als grootste economische motor van ons land benadrukken we het belang van de havenarbeid voor de werking van Port of Antwerp-Bruges. We roepen werkgevers- en werknemersorganisaties dan ook op om samen met de federale overheid snel werk te maken van een nieuwe conforme regelgeving.’

Annick De Ridder, havenschepen van de Stad Antwerpen en voorzitter van de raad van bestuur van Port of Antwerp-Bruges, roept werkgevers en vakbonden op om zo snel mogelijk met de federale regering samen te zitten. ‘We zijn als havenbedrijf, vanuit onze rol als community builder, altijd bereid om gesprekken te faciliteren. Ik wil benadrukken dat een goede evenwichtige regeling van de havenarbeid cruciaal is om de haven als grootste economische motor van Vlaanderen op volle toeren te laten blijven draaien.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement