Olie blijft in transportsector nog tot ver voorbij 2030 de dominante energiebron

75% in meest gunstige scenario

Olie blijft nog het hele decennium en ook verder in de toekomst verreweg de belangrijkste energiebron voor de aandrijving van transportmiddelen, zelfs in de scenario’s waarin de internationale politiek de meeste vaart zet achter verduurzamingsmaatregelen, zo staat te lezen in de World Energy Outlook van het IEA (Internationaal Energie Agentschap).

Vrachtwagens op een rustplaats bij Eching, ten noorden van München
Foto: Roel van der Maas / NT

Zo zal het ‘non-road’-transport (scheepvaart, luchtvaart, spoorvervoer) in het jaar 2030 nog voor 75% afhankelijk zijn van olie in het geval van het zogenoemde NZE-scenario, wat staat voor ‘Net Zero Emissions by 2050’, het scenario dus waarin de politiek er wereldwijd in slaagt om de maatregelen door te voeren die noodzakelijk zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad.

In twee minder doortastende scenario’s qua klimaatpolitiek, STEPS (Stated Policies Scenario, gebaseerd op de politieke afspraken die tot nu toe gemaakt zijn) en APS (Announced Pledges Scenario, regeringen gaan tijdig de klimaatdoelen behalen die ze tot nu toe gesteld hebben), blijft het gebruik van olie in het non-road-transport 85%, precies hetzelfde percentage als nu.

Vergroening

De vergroening in het non-road-transport komt ook nog eens vooral door verdere elektrificering in het spoorvervoer, al ziet het IEA ook wel enige vooruitgang in de scheepvaart. Dat de EU de scheepvaart opneemt in het emissiehandelssysteem EU ETS en de klimaatdoelen die recent zijn afgesproken in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zijn volgens de IEA ontwikkelingen die ‘een boost zijn voor de inspanningen om de scheepvaart de decarboniseren’.

Zelfs met die maatregelen en het optimistische NZE-scenario blijft olie volgens de IEA-voorspelling goed voor 80% van de aandrijving in de scheepvaartsector in 2030. In de andere twee scenario’s blijft het gebruik van natuurlijk gas en bio-energie beperkt tot hoogstens 6% en dragen energiebronnen als methanol, ammoniak, waterstof en elektriciteit 4% bij aan de verduurzaming van de scheepvaart.

In de luchtvaart wordt het gebruik van klimaatvriendelijkere ‘biojet kerosine’ nog geremd door de beschikbaarheid en de hoge kosten. De toepassing ervan zal, afhankelijk van het scenario, in 2030 uitkomen op 2% tot 11%. Efficiëntere vliegtuigen en slimmere routes kunnen wat soelaas bieden, maar wegen volgens het IEA niet op tegen de voortdurende groei van het luchtverkeer met 4% per jaar.

Wegervoer

Ook het wegvervoer blijft wereldwijd almaar doorgroeien en blijft buigen voor koning olie. Nu zorgt olie nog voor 92% van de aandrijving van wegvervoermiddelen, in het gunstigste geval wordt dat in 2030 in het NZE-scenario 78%. In de andere twee scenario’s zakt het naar 88% of 84%, zo voorziet het IEA.

De organisatie ziet wel dat er grote stappen worden gezet met elektrische personenauto’s, en stelt dat dit sterk te danken is aan politieke steun, met name in China. De verkopen van elektrische auto’s blijven volgens de IEA daardoor een ‘indrukwekkende groei’ vertonen. Het elektrificeren van vrachtwagens kent volgens de organisatie minder vooruitgang doordat daar minder politieke steun voor is geweest. Aan technologische vooruitgang ontbreekt het volgens de analyse echter niet, de organisatie verwacht dat het marktaandeel van elektrische trucks zal groeien van nu 3% naar 20% à 25% in 2030.

Transitie

De IAE kijkt in zijn rapport ook al vooruit naar 2050 en ziet daar wel in alle scenario’s beterschap, maar nog geen olievrije wereld. Alleen in het gunstigste NZE-scenario zal olie dan niet meer dominant zijn. De transitie naar schone energie is wereldwijd bezig en is ‘niet te stoppen’, aldus IEA-directeur Fatih Birol, ‘maar zoals de zaken er nu voor staan, blijft de vraag naar fossiele brandstoffen veel te hoog om binnen de doelstellingen van het Parijs Akkoord te blijven en de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde te beperken tot 1,5 graad’.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement

Olie blijft in transportsector nog tot ver voorbij 2030 de dominante energiebron | NT

Olie blijft in transportsector nog tot ver voorbij 2030 de dominante energiebron

75% in meest gunstige scenario

Olie blijft nog het hele decennium en ook verder in de toekomst verreweg de belangrijkste energiebron voor de aandrijving van transportmiddelen, zelfs in de scenario’s waarin de internationale politiek de meeste vaart zet achter verduurzamingsmaatregelen, zo staat te lezen in de World Energy Outlook van het IEA (Internationaal Energie Agentschap).

Vrachtwagens op een rustplaats bij Eching, ten noorden van München
Foto: Roel van der Maas / NT

Zo zal het ‘non-road’-transport (scheepvaart, luchtvaart, spoorvervoer) in het jaar 2030 nog voor 75% afhankelijk zijn van olie in het geval van het zogenoemde NZE-scenario, wat staat voor ‘Net Zero Emissions by 2050’, het scenario dus waarin de politiek er wereldwijd in slaagt om de maatregelen door te voeren die noodzakelijk zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad.

In twee minder doortastende scenario’s qua klimaatpolitiek, STEPS (Stated Policies Scenario, gebaseerd op de politieke afspraken die tot nu toe gemaakt zijn) en APS (Announced Pledges Scenario, regeringen gaan tijdig de klimaatdoelen behalen die ze tot nu toe gesteld hebben), blijft het gebruik van olie in het non-road-transport 85%, precies hetzelfde percentage als nu.

Vergroening

De vergroening in het non-road-transport komt ook nog eens vooral door verdere elektrificering in het spoorvervoer, al ziet het IEA ook wel enige vooruitgang in de scheepvaart. Dat de EU de scheepvaart opneemt in het emissiehandelssysteem EU ETS en de klimaatdoelen die recent zijn afgesproken in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zijn volgens de IEA ontwikkelingen die ‘een boost zijn voor de inspanningen om de scheepvaart de decarboniseren’.

Zelfs met die maatregelen en het optimistische NZE-scenario blijft olie volgens de IEA-voorspelling goed voor 80% van de aandrijving in de scheepvaartsector in 2030. In de andere twee scenario’s blijft het gebruik van natuurlijk gas en bio-energie beperkt tot hoogstens 6% en dragen energiebronnen als methanol, ammoniak, waterstof en elektriciteit 4% bij aan de verduurzaming van de scheepvaart.

In de luchtvaart wordt het gebruik van klimaatvriendelijkere ‘biojet kerosine’ nog geremd door de beschikbaarheid en de hoge kosten. De toepassing ervan zal, afhankelijk van het scenario, in 2030 uitkomen op 2% tot 11%. Efficiëntere vliegtuigen en slimmere routes kunnen wat soelaas bieden, maar wegen volgens het IEA niet op tegen de voortdurende groei van het luchtverkeer met 4% per jaar.

Wegervoer

Ook het wegvervoer blijft wereldwijd almaar doorgroeien en blijft buigen voor koning olie. Nu zorgt olie nog voor 92% van de aandrijving van wegvervoermiddelen, in het gunstigste geval wordt dat in 2030 in het NZE-scenario 78%. In de andere twee scenario’s zakt het naar 88% of 84%, zo voorziet het IEA.

De organisatie ziet wel dat er grote stappen worden gezet met elektrische personenauto’s, en stelt dat dit sterk te danken is aan politieke steun, met name in China. De verkopen van elektrische auto’s blijven volgens de IEA daardoor een ‘indrukwekkende groei’ vertonen. Het elektrificeren van vrachtwagens kent volgens de organisatie minder vooruitgang doordat daar minder politieke steun voor is geweest. Aan technologische vooruitgang ontbreekt het volgens de analyse echter niet, de organisatie verwacht dat het marktaandeel van elektrische trucks zal groeien van nu 3% naar 20% à 25% in 2030.

Transitie

De IAE kijkt in zijn rapport ook al vooruit naar 2050 en ziet daar wel in alle scenario’s beterschap, maar nog geen olievrije wereld. Alleen in het gunstigste NZE-scenario zal olie dan niet meer dominant zijn. De transitie naar schone energie is wereldwijd bezig en is ‘niet te stoppen’, aldus IEA-directeur Fatih Birol, ‘maar zoals de zaken er nu voor staan, blijft de vraag naar fossiele brandstoffen veel te hoog om binnen de doelstellingen van het Parijs Akkoord te blijven en de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde te beperken tot 1,5 graad’.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement