De Europese Commissie kwam deze week met een voorstel voor een wijziging van de richtlijn voor gecombineerd vervoer. De definitie wordt breder, waardoor meer vormen van gecombineerd transport in aanmerking komen voor subsidie. Dat moet bijdragen aan de modal shift. Doel van de herziening is om gecombineerd vervoer ‘efficiënter en competitiever te maken ten opzichte van wegvervoer’.
Het voorstel actualiseert de huidige richtlijn gecombineerd vervoer en vormt een aanvulling op ‘The Greening Transport Package‘, waarvan het grootste deel in juli 2023 werd gepresenteerd.
Om onder de noemer van gecombineerd vervoer te vallen moet het grootste deel van de reis via spoor, binnenvaart of short sea worden gedaan. De first en last mile worden dan per vrachtwagen afgelegd. Transporteurs hoeven niet langer naar de ‘dichtsbijzijnde overslagterminal’ om te worden geclassificeerd als gecombineerd vervoer, zolang het gros van de reis maar over water of spoor gaat.
40% minder ‘externe kosten’
Om te mogen rekenen op subsidie moet gecombineerd vervoer voortaan ten minste 40% minder ‘externe kosten’ opleveren dan hetzelfde transport volledig per truck. Onder externe kosten wordt bijvoorbeeld de CO2-uitstoot gerekend. Een digitaal platform dat door de EU moet worden ontwikkeld, moet helpen de berekening te maken.
Om gecombineerd vervoer verder te stimuleren pleit de Commissie tevens voor een vrijstelling van nacht- en weekendrijverboden tijdens het eerste en laatste stuk van de reis per truck. Lidstaten zijn verplicht om nationale politieke kaderplannen aan te nemen om gecombineerd vervoer verder te bevorderen.
Toegankelijke subsidie
De Europese brancheorganisatie voor de spoorsector, de Cer, noemt het ‘absoluut noodzakelijk’ dat er overheidssteun voor gecombineerd vervoer komt. De herziene richtlijn zou het makkelijker maken om voor subsidies in aanmerking te komen. ‘Deze bepaling moet de markt stimuleren door staatssteun sneller eerder toegankelijk te maken dan in het huidige kader. Door gebruik te maken van bestaande instrumenten voor externe kosten, waaronder instrumenten voor broeikasgasemissies, wordt deze procedure ook vereenvoudigd en versneld.’
Daarbij maakt de Cer de kanttekening dat er ook ‘fundamentele wijzingen’ nodig zijn in richtlijn voor maten en gewichten van vrachtverkeer. Alleen daarmee worden trucks en trailers interoperabel met het spoor.
De brancheorganisatie voor het wegvervoer, de IRU, is niet enthousiast over het Europese voorstel. Het grootste bezwaar is dat vooralsnog niet duidelijk is wat nu precies wordt gezien als ‘externe kosten van wegvervoer’ en hoe deze kosten worden berekend. ‘Extra complexiteit en rechtsonzekerheid zullen wegvervoerders er niet van overtuigen om meer gecombineerd en intermodaal vervoer te gebruiken’, stelt de IRU. ‘Het doel om vrachtvervoer en de logistiek koolstofvrij te maken, wordt hiermee niet bereikt.’
Het voorstel van de Europese Commissie wordt de komende maanden nog door het Europees parlement en de lidstaten in de Europese Raad besproken.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?