Tot zover dat recht. Iets anders is de zeurende discussie of chauffeurs uit landen als Polen of Bulgarije nu wel of niet in Nederland kunnen rijden. De eenwording van Europa schrijdt voort, en de roep om internationale solidariteit heeft twee kanten. Wat voor Nederlandse werknemers een beschamend loon moge zijn, kan voor anderen een enorme verbetering van het perspectief zijn.

Echt misbruik van Oost-Europeanen in Nederland is moeilijk te vinden, ondanks tromgeroffel van de bonden. Een Oost-Europeaan die niet in een hotel, maar in zijn cabine overnacht is in elk geval nog geen bewijs. De vraag is waar de bonden nou echt tegen strijden: wantoestanden bij buitenlandse chauffeurs of aantasting van oude rechten van autochtone werknemers?

De vakbonden doen er goed aan deze strijd met open vizier aan te gaan. Indien de inzet vermeende wantoestanden is, maar voor de rechter blijkt dat het daarmee wel meevalt, is de andere strijd ook verloren. De bonden doen er beter aan hun ware bedoelingen te tonen, en daarmee ook de echte tegenstanders in het vizier te nemen. Als het gaat om aantasting van arbeidsvoorwaarden zijn dat uiteindelijk niet Nederlandse werkgevers. Die zullen binnen de marges van de wet moeten blijven opereren. De wetgever, en dan met name de Europese, is de werkelijke tegenstander. In Brussel wordt hard gewerkt aan verdere eenwording én uitbreiding van de interne markt. Dat heeft onherroepelijk gevolgen voor de arbeidsmarkt weten we al jaren. Een nivellerend gevolg, en dan zijn de topsalarissen die onder druk staan die van de Nederlandse chauffeurs, die tot de best verdienende van Europa behoren.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement