BBB geldt als een fenomeen in de VS met honderden filialen en circa veertienduizend werknemers. Het concern heeft surseance van betaling aangevraagd middels een zogenoemde Chapter 11-procedure en hoopt nu onder meer bij de containerrederijen OOCL en Yang Ming schadevergoedingen los te krijgen, om daarmee meer geld in kas te krijgen om schuldeisers te betalen. BBB staat voor 45 miljoen dollar in het krijt bij wegvervoerder Ryder en heeft nog voor 4 miljoen dollar aan rekeningen bij pakketvervoerder FedEx, om twee voorbeelden te noemen van de lange lijst ongeduldige crediteuren.

De verwijten van de woonwinkelketen jegens OOCL lijken op klachten die andere Amerikaanse verladers in eerdere klantenprocedures bij de FMC indienden tegen internationale containerrederijen. OOCL, dochteronderneming van het Chinese transportconcern Cosco, eiste in de periode 2020-2022 volgens BBB extra piektoeslagen en prijsverhogingen terwijl contractueel aanzienlijk lagere tarieven waren afgesproken. In plaats van dat de rederij zich gewoon aan haar afspraken hield, werd ruimte op containerschepen volgens BBB ‘aan de hoogste bieder’ verkocht. De woonwinkelketen voelt zich naar eigen zeggen ‘uitgehongerd’ door het gedrag van de containerreders, van wie bekend is dat ze tijdens de coronacrisis zelf recordwinsten hebben geboekt.

De Taiwanese containerrederij Yang Ming heeft van BBB een claim van een kleine 8 miljoen dollar aan de broek gekregen, en heeft als tegenzet een zaak aangespannen bij een New Yorkse rechtbank om te pogen die claim van tafel te krijgen.