Juist de Amerikaanse autoriteiten, met Maffei voorop, leken de afgelopen maanden het hardst op weg om op te gaan treden tegen de containerrederijen, maar getuige het Britse vraaggesprek met de FMC-voorzitter zien ze daar in de praktijk nog geen concrete aanknopingspunten voor. Maffei beaamt dat de tarieven in de containervaart, die sinds een jaar een hoge vlucht hebben genomen, simpelweg bepaald worden door de markt; door schommelingen van vraag en aanbod. De Amerikaan maakte in het interview wel duidelijk dat de containerrederijen nog niet van hem af zijn en dat hun activiteiten onderwerp blijven van verder onderzoek. Met name de kosten van demurrage en detention worden in de VS nog onder de loep genomen, evenals de billijkheid van andere toeslagen die door de containerrederijen in rekening worden gebracht.

Maffei benadrukte in het interview met Lloyd’s List verder, dat autoriteiten in de VS, Europa en Azië weliswaar geen wetsovertredingen van de containerrederijen hebben kunnen aantonen, maar dat dit niet betekent dat de reders ook ‘in de geest van’ de wet handelen. De reders gedragen zich niet altijd als ‘verantwoordelijke burgers’, stelde hij.

Brandbrief

De Europese Commissie heeft juist weer een nieuwe brandbrief op de deurmat gevonden waarin tien belangenorganisaties uit de Europese verladers- en transportwereld hun beklag doen over de containerrederijen. De brief is ondertekend namens onder meer verladers (European Shippers Council), expediteurs (FIATA), terminaloperators (Feport), binnenvaartondernemers (EBU) en het gecombineerd vervoer (UIRR).

De klanten van de containerlijnvaart klopten al vaker in Brussel op de deur om te protesteren tegen de onderlinge samenwerking tussen containerrederijen, maar ze kregen tot nu toe steeds nul op het rekest. Zo gaf de Europese Commissie vorig jaar weer ‘gewoon’ het groene licht voor de kartelvrijstelling voor containerrederijen, die werd verlengd tot het voorjaar van 2024.

De tien brandbriefschrijvers beklagen zich dit keer niet alleen over hoge tarieven die verladers moeten betalen voor containerdiensten die ook nog eens vaak te laat komen, ze dragen ook een nieuwe beschuldiging aan. De containerrederijen dwingen hun klanten, aldus de brandbrief, om ‘marktgevoelige informatie’ op tafel te leggen.

Gevoelige gegevens

Om de hele bevoorradingsketen te kunnen controleren, eisen de containerrederijen volgens de belangenorganisaties gegevens op over onder meer opslaglocaties, ladingvolumes, transporttijden en bestemmingen, en daar zit, aldus de klacht, waarschijnlijk ook beursgevoelige informatie bij die aan strenge regels gebonden is en helemaal niet zomaar geopenbaard mag worden. In plaats van voorzichtig met de commercieel gevoelige gegevens om te gaan, delen de rederijen ze in de praktijk bovendien waarschijnlijk binnen hun, nota bene door Brussel goedgekeurde, allianties, aldus de belangenorganisaties.

De tien vertegenwoordigende organisaties vrezen dat de vrijheid die de containerrederijen nu hebben, hun macht almaar groter zal maken. Mede dankzij de waardevolle informatie die ze vergaren over hun klanten, maken de containerrederijen steeds meer winst, en met die winsten kunnen ze vervolgens weer bedrijven kopen om hun greep op de logistieke keten nog verder te versterken, aldus de brandbriefschrijvers.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement