De tanker FSO Safer bevindt zich op de Rode Zee, op zo’n 50 kilometer van de haven van Hodeidah. De tanker werd sinds de jaren tachtig gebruikt als olieopslag, maar wordt sinds 2015 niet meer onderhouden. In dat jaar brak de burgeroorlog in Jemen uit. Onder meer VN-functionarissen vreesden dat het vaartuig olie zou gaan lekken.

Ondanks de zorgen duurde het jaren voordat de olie kon worden weggepompt, mede vanwege de burgeroorlog en omdat er een speciaal schip moest worden aangeschaft om de olie naar over te pompen. Aan boord van de FSO Safer zaten ongeveer 1,14 miljoen vaten lichte ruwe olie. De werkzaamheden begonnen eind juli.

Ook de hoge kosten speelden een rol. Onder meer Nederland leverde een financiële bijdrage. Er is nog meer geld nodig om de operatie af te ronden en de overgebleven risico’s voor de Rode Zee weg te nemen, stelt VN-topman António Guterres. Hij bedankt alle donateurs voor hun bijdrage en roept op tot nieuwe donaties.

Boskalis

Het Nederlandse Boskalis laat weten de ‘complexe operatie succesvol te hebben voltooid’ in opdracht van de VN, na ruim twee jaar aan voorbereidingen. De olie is weggepompt door dochteronderneming SMIT Salvage. Dit bedrijf zal ook betrokken zijn bij onder meer de reiniging van de tanks van de FSO Safer, wat naar verwachting ongeveer een week duurt. De tanker wordt later overgebracht naar een sloopwerf.

Guterres noemde de 47 jaar oude tanker vanwege zijn slechte staat eerder ‘de grootste tikkende tijdbom ter wereld’ en waarschuwde dat tot wel vier keer meer olie kan vrijkomen dan bij de grote ramp met de olietanker Exxon Valdez in 1989. Dat schip stuitte bij Alaska op een rif waarna ruim 41 miljoen liter olie in het water stroomde.