Het Havendebat Port of Zwolle ging van start met een situatieschets (hoe staat de regio ervoor?) door dagvoorzitter Kim van Dijk van NT en burgemeester Sander de Rouwe van Kampen. Port of Zwolle zorgt voor veertigduizend directe en indirecte banen en heeft een toegevoegde waarde van 3,5 miljard euro in de regio. Kortom: Port of Zwolle telt al goed mee in de Nederlandse economie.
Hoe kan dat beter? De Rouwe verwacht dat de verbreding van de Kornwerderzandsluis, die ondertussen zo goed als zeker doorgaat, de regio op termijn flink laat profiteren. Havendirecteur Jeroen van den Ende van Port of Zwolle benadrukte in het debat eveneens de economische spin-off. Hoeveel dat precies is, kan hij niet bepalen. ‘Maar met zeeschepen zo dicht bij eindconsumenten komen, dat is heel positief.’
Het grootste obstakel voor de sluis is nu de ondertekening door de betrokken ondernemers: die handtekeningen moeten eind november zijn gezet. Van den Ende heeft er vertrouwen in dat de investering en daarmee de verbreding van de sluis daadwerkelijk tot stand komt.
Ambitie, locatie en vestigingsklimaat
Voordat de debaters uit de startblokken kwamen, zette Marcel Hielkema, voorzitter van VNO-NCW Midden, in een keynote uiteen hoe de regio kan inzetten op groei. ‘Ambitie, locatie en het vestigingsklimaat zijn de belangrijkste elementen.’ De ambities in het havengebied mogen scherper, vindt hij. ‘Geen sporter die vierde wil worden.’
Hielkema noemde het verbreden van de Kornwerderzandsluis een keerpunt voor de regio. Daarmee wordt de locatie, de tweede van de drie elementen, ineens een stuk aantrekkelijker voor ondernemingen.
De VNO-NCW-man voorziet dat de krapte op de arbeidsmarkt nog jarenlang zal aanhouden. ‘Alleen de regio die succesvol het vraagstuk van de arbeidsmarkt oppakt, voor zowel inwoners als migranten, wordt economisch een succes.’
Groei is essentieel
In de eerste debatronde werd besproken of groei voor Port of Zwolle essentieel is voor de welvaart van regio. Danny Pol nam namens Alumax Boats deel aan de debatronde. Hij is er duidelijk over: als er in Port of Zwolle geen groei mogelijk is voor zijn bedrijf, dan betekent dat vertrek. ‘En dat geldt voor meer bedrijven. Met het wegtrekken van bedrijven verdwijnt ook werkgelegenheid.’
Pol hamerde erop dat de politiek en het havenbedrijf er bij de uitgifte van kavels van doordrongen moeten zijn dat het belangrijk is dat bedrijven ook echt watergebonden zijn.
Marjolijn Boot, directeur Ruimte en Bereikbaarheid bij de provincie Overijssel, noemde ‘essentieel’ een groot woord als het op groei van de haven aankomt. ‘Groei moet ook vertaald worden naar optimaal gebruik van de ruimte’, zei ze.
‘In Port of Zwolle hebben we te maken met drie gemeentes, dat maakt het complexer’, legde ceo Jeroen van den Ende uit. ‘Kades kunnen niet zomaar uitbreiden, de ruimte moet vooral slim worden ingedeeld.’
Hoog salaris
De tweede debatronde ging over de arbeidsmarkt. Zijn bedrijven en overheid in de regio voorbereid op de arbeidsmarkt van de toekomst? Adwin Verhoeks, algemeen directeur van Tielbeke Transport, noemde het belangrijk dat jongeren ‘vroeg kennismaken’ met het bedrijfsleven. Het bedrijf werkt daarom samen met opleider Deltion.
Manue Azoulay van Evofenedex vindt dat er in het onderwijs te weinig wordt gekeken naar de essentiële sectoren, zoals de logistiek. ‘Er is een overschot aan financieel medewerkers, maar chauffeurs zijn er niet.’ Azoulay benadrukte dat de logistieke sector kenbaar moet maken dat er mensen nodig zijn. ‘En dan moeten we meer doen dan marketing en een hoog salaris bieden. Je moet structureel voor mensen zorgen en een opstapje bieden, zodat mensen langer bij je blijven.’
Rogier Verkley van Wezenberg Transport onderstreepte dat werken in de sector simpelweg beter moet worden beloond. ‘Het imago en het loon zijn niet altijd aantrekkelijk. Transport móet duurder gaan worden en beter worden betaald. De verlader heeft er dus ook een rol in om mensen te binden in de sector en om niet altijd naar de goedkoopste transporteur te zoeken.’
Een crime
In de derde ronde werd gereageerd op de stelling dat er in de haven ruimte nodig is om te verduurzamen. ‘Zonder de haven komt er geen energietransitie’, zei EU-parlementariër Caroline Nagtegaal in een videoboodschap. ‘Het gebruik van alternatieve brandstoffen is alleen interessant als de infrastructuur er ook is. Havens moeten daarin samenwerken. En de regelgeving moet daar ook ruimte in bieden. De kosten van de energietransitie zijn enorm, financiële zekerheden zijn daarom nodig.’
Rik Duijn van het Waterstofproject Kampen sloot zich aan bij de uitspraak van Nagtegaal. ‘Als er voer- of vaartuigen op waterstof rijden en varen, dan moet die brandstof er wel zijn en dat vraagt ruimte, juist ook in de haven.
Ook volgens Roy van Verseveld van Vos Transport is er plek nodig in de haven om de energietransitie te realiseren. En die ruimte is er lang niet altijd. ‘Het is een crime om op te schalen. Waar ga je die bunker- of tankstations plaatsen?’
Te Winkel vertegenwoordigde afvalverwerker PreZero tijdens het debat. De onderneming heeft dagelijks zevenhonderd auto’s op de weg. ‘De vraag op welke brandstof we rijden en in welke brandstof we investeren, is een belangrijke. Waterstof is misschien wel het duurzaamst, maar we moeten het wel kunnen tanken.’
Havendirecteur Van den Ende concludeerde dat vragen als ‘Wil je verder met fossiele brandstoffen?’ en ‘Hoe kunnen we circulair werken?’ nog op een definitief antwoord wachten. ‘Werk aan de winkel’.