Het voorlopige bedrijfsresultaat ligt tevens bijna 1,5 miljard dollar boven de laatste winstverwachting van afgelopen september, toen Maersk voor het boekjaar 2021 een ebit van rond de 18,5 miljard voorspelde. De rederij schrijft het duizelingwekkende resultaat toe aan de ‘uitzonderlijke marktsituatie’ bij de divisie containervaart, ‘veroorzaakt door wereldwijde verstoringen van de toeleveringsketens, die hebben geleid tot een verdere stijging van de containertarieven’.

Concreet zag de rederij de gemiddelde containerprijzen over het laatste kwartaal van 2021 met maar liefst 80% stijgen vergeleken met dezelfde periode in 2020. Dat zorgde voor een nieuw kwartaalrecord. Het succes zat hem niet zo zeer in het containervolume, dat vorig jaar zelfs een lichte krimp van 4% liet zien.

Maersk publiceert pas op 9 februari de definitieve jaarcijfers, maar op basis van de nettoresultaten over de eerste negen maanden van 2021 kan volgens analisten worden geconcludeerd dat voor het gehele boekjaar onder de streep een bedrag van 18 tot 19 miljard dollar overblijft. In de eerste negen maanden van 2021 was de winst 27% van de omzet. De ‘return on investment’ na belastingen lag zelfs boven de 60%. Ook dat is in de ruim vijftig jaar oude geschiedenis van de mondiale containervaart ongekend.

Hogere tarieven

De klinkende cijfers over 2021 denkt de directie van Maersk al in het eerste kwartaal van het nieuwe boekjaar 2022 te kunnen verbeteren. Zij baseert die verwachting op de ‘significant hogere contracten’ die de rederij recent heeft afgesloten. Eind vorig jaar ging dezelfde top nog uit van gelijkblijvende winstgevendheid dit voorjaar vergeleken met de laatste maanden van 2021. Die nog bijna kakelverse prognose is nu alweer achterhaald en laat zien dat er nog steeds extra rek lijkt te zitten in de containertarieven.

De opwaartse druk in de contractprijzen kan volgens analisten deels worden toegeschreven aan de spottarieven, die na een rustpauze rond de feestdagen nu toch weer aan het stijgen zijn. Diverse prijsbarometers lieten weer oplopende spottarieven zien. Zo noteerde de Xeneta XSI van Azië naar Noord-Europa een stijging van 2,6% binnen een week, naar 15.129 dollar voor een 40voets container, terwijl de Freightos Baltic Index (FBX) 1,4% won naar 14.473 dollar. Drewry’s WCI North Europe liet de sterkste stijging zien, met 3% naar 14.028 dollar. Op het vaargebied tussen China en de westkust van de VS tikte de FBX 14.627 dollar aan voor een veertigvoeter, een stijging van 7,2%.

De druk in de markt lijkt dit jaar groot om snel jaarcontracten af te sluiten, constateren de diverse platforms. Normaliter worden die pas rond de TPM-conference aan het einde van februari afgesloten.

Een rapportage van de gerenommeerde Britse shipbroker Clark­sons laat eveneens zien in welke uitzonderlijke situatie de mondiale scheepvaart tijdens de coronapandemie is beland. Die ClarkSea-index, die de hele scheepvaartsector bestrijkt, kwam uit op een gemiddelde daghuur vorig jaar van 28.700 dollar, 93% meer dan in 2020 en het hoogste niveau sinds 2008, het jaar waarin de wereldwijde bankencrisis losbarstte.

Chartertarieven

De containervaart springt eruit met een sprong van de chartertarieven van gemiddeld 260% ten opzichte van 2020. Maar ook eigenaren van bulkcarriers hadden een bijzonder lucratief jaar, met een bijna-verdrievoudiging van de gemiddelde huurprijzen, blijkt uit de Clarksons-cijfers.

Aan de verliezende kant staan nu de verladers, die zien dat de reders ondanks de recordwinsten van vorig jaar de prijsschroef verder aandraaien en de chaos in de mondiale bevoorradingsketen aangrijpen om de contracttarieven verder te verhogen, vaak nog tegen een slechtere logistieke dienstverlening ook.

Op social media is de frustratie groot en klagen verladers steen en been over de astronomisch gestegen prijzen en de ‘inhaligheid’ die de reders volgens hen tentoonspreiden.

Lichtpuntje

Voor de geplaagde verladers schijnt in de oververhitte mondiale containermarkt één lichtpuntje: directeur Shabsie Levy van de Amerikaanse digitale expediteur Shifl ziet signalen van een lichte afkoeling van de containerprijzen na het Chinese Nieuwjaar. Niet op Europa weliswaar, maar wel op het vaargebied tussen China en het Noord-Amerika, zei hij tegen de Britse logistieke website Loadstar. Of deze vaag aan de horizon verschijnende kortingen in de spotmarkt misschien toch ook voor Europese verladers weggelegd zullen zijn en een lang leven zijn beschoren, blijft voorlopig echter de vraag.