Dat meldt de Washington Post op basis van gesprekken met functionarissen die bij het onderzoek zijn betrokken. Verschillende NAVO-lidstaten lieten kort na de aanvallen doorschemeren dat zij Rusland als de boosdoener beschouwen – ook al was de Russische regering de belangrijkste eigenaar van de pijpleidingen en het gas erin.
Wel staat vast dat het om een doelbewuste sabotage-actie ging. Zweedse onderzoekers hebben sporen van ‘explosief residu’ en ‘buitenlandse voorwerpen’ aangetroffen op de plekken van de explosies. Volgens onderzoekers waarmee de krant op voorwaarde van anonimiteit heeft gesproken, vereiste de aanval bijna zeker middelen waarover alleen nationale overheden kunnen beschikken.
Duitsland, Zweden en Denemarken voeren alle drie onderzoeken uit naar de toedracht omstandigheden van de sabotageactie, maar hebben tot nu toe weinig gevonden om het incident te koppelen aan Rusland of een andere partij. Volgens de krant hebben tientallen Europese veiligheidsfunctionarissen dit verklaard.
Geheim
Zelfs als er bewijs zou worden, zou die het publiek mogelijk nooit bereiken. Informatie uit de drie parallelle onderzoeken is geheim en wordt nauwgezet afgeschermd. Zweden heeft zelfs formeel geweigerd om gezamenlijk met Duitsland onderzoek te doen, onder verwijzing naar nationale veiligheidsbelangen.
Met het oog op de oorlog in Oekraïne, het geringe vertrouwen tussen Moskou en Europa en westerse vermoedens dat Rusland mogelijk verantwoordelijk is voor de ontploffingen, hebben Europese onderzoekers Rusland niet toegestaan zich bij het onderzoek aan te sluiten. Het Kremlin heeft daarop laten weten de resultaten van ‘pseudo-onderzoek’ niet te zullen accepteren en legt de schuld bij westerse landen, met name Groot-Brittannië. Het VK verwerpt deze beschuldigingen.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?