North Sea Port heeft een divers industrieel cluster dat 22 miljoen ton CO2 per jaar uitstoot. Dat moet richting 2050 naar nul. ‘De industrie ziet CCS als een belangrijke maatregel op middellange termijn’, zegt Den Dekker. ‘Als je alle projecten in ons gebied optelt, kom je tot wel 9 miljoen ton CO2-afvang en -opslag. De verwachting is dan ook dat binnen enkele jaren de eerste miljoenen tonnen CO2 de haven uitvaren.’
Afvoer per schip
In tegenstelling tot havens als Rotterdam en Amsterdam, maakt North Sea Port niet de keuze voor lokale CO2-opslag, maar voor afvoer van CO2 per schip. ‘Er zijn meerdere CO2-terminals in ontwikkeling, zoals bijvoorbeeld in Vlissingen en in de Kanaalzone tussen Terneuzen en Gent. Om met één centrale terminal te werken, lijkt niet realistisch, doordat de Westerschelde moeilijk te doorkruisen is met pijpleidingen. De CO2 wordt in veel gevallen gasvormig afgevangen, vloeibaar gemaakt en overgeladen op een schip. Die schepen gaan dan richting opslaglocaties met een CO2-terminal. Transport per schip geeft flexibiliteit in het kiezen van de uiteindelijke opslaglocaties in verschillende landen.’
De projecten zijn volgens Den Dekker al behoorlijk vergevorderd, het wachten is nu op het gereedkomen van opslaglocaties. ‘Dat is de kritische factor. Veel bedrijven zijn er al klaar voor om hun CO2 af te vangen. We verwachten dat in 2026 de eerste moleculen ons havengebied verlaten. Het mooie aan CCS is dat je heel snel grote volumes kunt realiseren. We kijken ook naar CCU. Dat is geen opslag, maar hergebruik van CO2. De eerste industriële projecten worden al gebouwd, maar dat zijn niet de vele miljoenen tonnen CO2 reductie zoals bij CCS.’
Grootste waterstofcluster
De tweede pijler waar North Sea Port op bouwt, is de transitie naar waterstof. Den Dekker: ‘We zijn nu al het grootste waterstofcluster van de Benelux met 580 kiloton gebruik per jaar. Daardoor kunnen we een goede positie verwerven op het vlak van duurzame waterstof.’
Daarbij zet het havengebied vooral in op een combinatie van blauwe waterstof met CO2-afvang en productie en import van groene waterstof. ‘Die import zal na 2030 exponentieel gaan groeien omdat de waterstof op andere plekken veel goedkoper geproduceerd kan worden dan in Nederland en België’, verwacht Den Dekker.
‘Voor de productie en import van waterstof ontstaan nieuwe supply chains, maar al die partijen moeten elkaar nog vinden. Als havenbeheerder zien we een belangrijke rol om hen te verbinden.’
Lokale productie
Als het gaat om lokale productie van groene waterstof, ziet North Sea Port een potentieel van ruim 2 GW aan productiecapaciteit omstreeks 2030. Den Dekker: ‘Daarvan zit het overgrote deel van de plannen nu nog aan de Nederlandse kant. Beschikbaarheid van stroom en zekerheid over subsidies is belangrijk. Voor het eerste hebben we steeds meer zekerheid via de offshore windparken die aangeland worden bij Borssele. Dat zit wel snor. Ook de infrastructuur om het product bij de afnemer te krijgen, vordert gestaag. Wat nog achterblijft, is vraagontwikkeling vanuit instrumenten om de onrendabele top af te dekken. De industrie heeft namelijk behoefte aan zekerheid over marktprijzen in de toekomst, anders durven investeerders niet in te stappen. De eerste elektrolysers worden over twee jaar in gebruik genomen, zo is de verwachting.’
De derde pijler voor de energietransitie in het havengebied North Sea Port is elektrificatie. ‘Als het gaat om CO2-reductie kijk je voor de langere termijn liever naar elektrificatie dan naar CCS’, vindt Den Dekker. ‘Je investeert dan meteen in een toekomstbestendige business. We zien helaas wel dat de infrastructuur er niet altijd voor geschikt is. Zo is het hoogspanningsniveau in de Zeeuws-Vlaamse kanaalzone 150 kV en geen 380 kV. Als je daar wilt elektrificeren, kom je zwaar tekort in je netwerk. Daarom wordt dat 380 kV-netwerk uitgebreid, maar dat kost tijd.’
Grensoverschrijdend
Al met al is er in het havengebied een enorme verbouwingsoperatie nodig. Den Dekker: ‘Daarom zoeken we nadrukkelijk de interactie met onze omgeving, want er komt best veel op iedereen af. Op zich zijn het wel positieve ontwikkelingen, want het schept economische activiteit en de impact van de industrie op de omgeving gaat afnemen, doordat bijvoorbeeld ook de uitstoot van fijnstof wordt gereduceerd, maar er zijn daarbij wel forse infrastructurele werken nodig. En dat gaat de omgeving merken.’
‘Het unieke aan North Sea Port is dat de projecten ook zoveel mogelijk het grensoverschrijdende potentieel benutten. Dat zien we bijvoorbeeld bij het uitwisselen van stromen over de grens. Ook de waterstofmarkt zal zich over de grens ontwikkelen. Als havenbeheerder spelen we daar een cruciale rol in, omdat we vanuit de kern zelf ook grensoverschrijdend zijn. We zien wel wat verschillen tussen het Nederlandse en Belgische/Vlaamse beleid. Nederland heeft duidelijke nationale doelstellingen en beleid, ook voor de industrie, en daarbij een vrij duidelijke visie op het energiesysteem. België kent geen nationale doelstellingen, zet voor wat betreft de industrie vooral in op innovatie en maatwerk en volgt daarmee het Europese beleid. Beide aanpakken hebben voor- en nadelen. En wij proberen waar mogelijk richting beide landen de kansen die er nationaal en Europees zijn voor de grensoverschrijdende samenwerking te inspireren met concrete en ambitieuze initiatieven.’
Dit is deel 5/9 in een serie interviews over de rol die Nederlandse en Vlaamse havens spelen in de energietransitie. Meer weten? Kom naar de Vlaams-Nederlandse Havendag op 30 juni 2022 in Rotterdam.
- ‘Havens zijn het startpunt van de energietransitie’ (Clean Hydrogen Joint Undertaking)
- ‘Waterstof zit in alle pijlers van de energietransitie’ (Port of Rotterdam)
- ‘Overheid, schep klaarheid om waterstofmarkt te lanceren’ (Port of Antwerp-Bruges)
- ‘Port of Amsterdam kiest voor LOHC als drager van waterstof’ (Port of Amsterdam)
- ‘Grondstoffen en energie zijn bepalend voor vestigingsklimaat’ (Groningen Seaports)
- ‘Verzwaring stroomnet cruciaal, dus we leggen zelf een stroomkabel aan’ (Port of Moerdijk)
- ‘Productie van elektrolysers en waterstoftrucks is bottleneck’ (Air Liquide)
- ‘Investeringen in modal shift nog altijd snelste weg naar groen’ (Port of Zwolle)
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af
Bent u al abonnee?