Uit de laatste arbeidsmonitor van de KVNR blijkt dat er rond de 4.400 Nederlandse zeevarenden nu nog over zijn en bijna 20.000 buitenlandse zeevarenden emplooi vinden op zeeschepen onder Nederlandse vlag. Het aantal Nederlanders is al jaren relatief stabiel, maar door vergrijzing gaat de grote uitstroom nog komen.

‘We komen uit een rare periode, met alle uitdagingen van de coronacrisis voor rederijen en zeevarenden. Dat is bijna naadloos overgegaan in de impact op de zeevaart van de inval van Rusland in Oekraïne. Dat geeft nog extra druk op de toch al overspannen arbeidsmarkt. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa’, zegt Koster.

Te weinig instroom

De instroom in het zeevaartonderwijs neemt steeds verder af en daarmee ook de aanwas van nieuwe zeevarenden. ‘Wij vrezen dat de instroom op de maritieme opleidingen een nog dieper dal gaat bereiken’, geeft Koster toe. ‘De zeevaart kan worden gezien als maritieme kraamkamer. Dat er zo weinig nieuw bloed in deze sector komt, heeft ook gevolgen voor andere sectoren in het maritieme. Je kunt bijvoorbeeld alleen loods worden als je zoveel jaar hebt gevaren. Maar je mist ook kennis van het zeemanschap op de ministeries, de toeleveranciers en scholen zelf.’ Koster noemt de afname en mogelijk zelfs verdwijning van het zeevarende beroep ‘de doodsteek voor de maritieme sector’.

De KVNR-directeur is ervan overtuigd dat het tij nog wel te keren is. ‘Wanneer we ons er nu vol voor inzetten, heb je daar natuurlijk niet direct volgend jaar profijt van. Maar als we niets doen, weten we zeker dat dit vak uitsterft. We zoeken naar manieren om toekomstbestendiger te zijn én onder Nederlandse vlag.’

Nationaliteitseis

De nationaliteitseis, waarbij een Nederlands gevlagd schip niet meer een Nederlandse kapitein aan het roer hoeft te hebben, zorgt al langere tijd voor grote onrust in de zeevaart. ‘Via een vergunningenstelsel mag je afwijken van de bemanningseis. Dat gebeurt met een ontheffing, die wordt gegeven door een speciale commissie. Wij hebben gevraagd om de bemanningswet te herzien, en gezegd: ‘Creëer een haakje in de wet waarmee we eventueel via lagere wetgeving een buitenlandse stuurman of kapitein kunnen laten varen op een Nederlands schip op het moment dat je geen geschikte Nederlanders kunt vinden’. Dat is belangrijk, anders loop je in zulke gevallen het risico dat je het schip wel uit moet vlaggen.’

Dat vond gehoor bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Via een wetswijziging is dit punt nu opgenomen om de openstelling van de arbeidsmarkt voor kapiteins ter consultatie voor te leggen.

Liever Nederlands

De KVNR wil de onrust die hierover is ontstaan graag wegnemen. ‘Dat haakje is bedoeld om het Nederlandse register aantrekkelijker te maken en te houden. Die onrust is niet nodig. Wij zullen altijd hoog inzetten op Nederlandse zeevarenden op Nederlandse zeeschepen. Zo heb je recht op afdrachtvermindering als je onder Nederlandse vlag vaart. En juist dat maakt het mogelijk om met Nederlanders te varen, ook al zijn het duurdere werknemers.’

Volgens Koster is het logisch dat met een mix van nationaliteiten wordt gevaren. ‘Er zijn simpelweg niet genoeg Nederlandse zeevarenden. Het gebeurt daarom al volop, ook in de landen om ons heen. Maar er moet wel goed worden gekeken naar de samenstelling aan boord. Iedereen moet zich prettig voelen.’

Gevangen op schip

Wat het beroep van zeeman minder aantrekkelijk maakt, zijn de steeds strengere havencontroles. Die zorgen ervoor dat zeevarenden in bepaalde havens niet meer aan land mogen. Veel zeelieden voelen zich gevangene op hun schip. ‘We moeten kijken hoe we risico’s kunnen beperken aan de wal, zonder dat we de vrijheid van zeevarenden aan banden leggen. Tijdens de coronacrisis hebben we dit in uitzonderlijke vorm gezien, waardoor het welzijn van zeevarenden erg werd aangetast’, vertelt Koster. ‘Juist avontuur en vrijheid zijn in dit beroep zo belangrijk. Een goed salaris in combinatie met hard werken. En geen enkele dag is hetzelfde. We moeten dus samen gaan praten over het behoud van de avontuurlijke aard van het vak.’

Dat zeevarenden bijna als tweederangs burgers werden behandeld in de Coronacrisis, viel ook Koster op. ‘Als je langer dan 14 dagen op zee bent geweest, weet je zeker dat de bemanning virusvrij is. De schepen waren daardoor meestal juist een veilige bubbel. Het land is juist een risico voor mensen aan boord, niet andersom.’

Cao’s zijn belangrijk

Met de International Chamber of Shipping (ICS) en de Europese koepelorganisatie ECSA kijkt de KVNR goed naar de mentale en fysieke gezondheid van zeevarenden en beschermt hun positie. ‘En niet alleen als cruciaal beroep, maar als mensen met rechten.’

De KVNR beschermt in dat kader ook de positie van buitenlandse matrozen, die soms wel 9 of 10 maanden aaneengesloten aan boord zijn. ‘Voor ons is belangrijk dat deze mensen werken volgens overeengekomen cao’s. Wij sluiten zo’n cao ook met bijvoorbeeld de Filipijnse vakbond. Je zou kunnen zeggen: die vaar- en aflosschema’s doen we anders. Maar voor hen is het echt goed verdienen. Je ziet op sommige Filipijnse eilanden bijvoorbeeld meteen welk huis van een zeevarende is. Dat zijn namelijk de enige van steen.’

Hoog salaris

Aan boord zal het personeelstekort ook worden gevoeld. Ook om die reden wil de KVNR hoog inzetten om iets aan dit probleem te doen. ‘Er zijn minder stagiaires en collega’s, dat ga je merken. Daarom moeten we ervoor waken den dat we niet het beeld neerzetten dat je de hele dag mijmerend naar de horizon kijkt. Ja, het is hard werken aan boord. Maar in tegenstelling tot veel walberoepen, heb je een strenge scheiding tussen werk en privéleven.’

Koster benoemt, naast het hoge salaris, ook een breed palet aan doorgroeimogelijkheden. ‘Je kunt een lange carrière hebben als zeevarende, maar het kan ook een mooie opstap zijn. En eenmaal van school ben je vrijwel verzekerd van een baan. De zeevaart heeft zoveel te bieden, maar we vertellen het onvoldoende. Onbekend maakt onbemind.’

Ook onderling concurreren zeerederijen momenteel om personeel. ‘Hoe groter de tekorten, hoe meer onderlinge concurrentie’, aldus Koster. ‘Binnen de offshore lijkt het personeelsprobleem het minst knellend. Daar kunnen ze ook de hoogste salarissen betalen. Maar natuurlijk, in alle segmenten is het tekort zeer voelbaar. En dat gaat alleen maar erger worden.’

Belangrijk beroep

Het is overigens niet pas sinds kort dat de KVNR zich inzet voor de arbeidsmarkt. Zo’n 15 jaar geleden is de vereniging samen met relevante partners gestart met het initiatief “Zeebenen Gezocht”. Het verbeteren van de arbeidsmarkt behelst ook het toekomstbestendig maken van de opleidingen in een snel veranderende sector door digitalisering en techniek. ‘Ook hebben we bijvoorbeeld een paar jaar geleden de opleidingen visserij, waterbouw en koopvaardij samengevoegd. Ook wordt voor MBO-studenten de stage anders ingericht, zodat jongeren sneller de praktijk in kunnen en kunnen varen.’

‘De sector moet weer sexy worden gemaakt. Wij moeten nog beter laten zien hoe leuk en belangrijk de sector is. En er is geen simpele oplossing, want dan hadden we die al ingezet.’

Volgens Koster moeten jongeren worden gewezen op de transitie waarin de zeevaart verkeert. ‘Wil je iets nuttigs doen, dan zit je precies goed in het maritieme. We vervoeren 90% van alles. En we zitten als schoonste modaliteit in de grootste transitie ever. Wil je echt wat kunnen doen, iets maatschappelijks bijdragen, dan moet je deze sector in. En als je er eenmaal inzit, dan heb je een enorm breed scala aan mogelijkheden.’

De sector biedt een enorm scala aan mogelijkheden, van banen aan de wal tot aan afvaarten met de Stena-ferries. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden om de baan- en stagegarantie te formaliseren. Ook is de sector actief op onderwijsbeurzen, samen met de visserij en de waterbouw. ‘We moeten vroeger beginnen met het planten van het zaadje. Laat jongeren elkaar enthousiast maken. Maar maak er geen romantisch verhaal van, houd het realistisch. Als sector moeten we samen inzetten op het breder uitdragen van ons vak. Dat is een gemeenschappelijk doel. We gaan breder en beter communiceren. Dan is de neerwaartse spiraal nog te doorbreken.’

Dit artikel verscheen eerder in Schuttevaer.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Sluit nu een abonnement af

Start abonnement